zaterdag 14 november 2009

Waarom een boek over het kanaal?

Het kanaal van Luik naar Maastricht, dat tussen 1845 en 1850 werd gegraven, was hoofdzakelijk belangrijk voor de expansie van het Luikse industriegebied en moest de verbinding vormen met de havens van Antwerpen en Rotterdam waardoor export naar verre landen mogelijk werd.
Het kanaal kwam tot stand na uitvoerige besprekingen tussen twee landen die enkele jaren eerder nog samen het koninkrijk de Nederlanden vormden.
De onderhandelingen zo kort na de afsplitsing zullen niet makkelijk zijn geweest. Maar het kanaal kwam er, een mooi staaltje van internationale samenwerking na een moeilijk periode.
De kosten van de aanleg bedroegen bijna 3 miljoen gulden.
Gezien het eerder genoemde belang voor Belgiƫ werden alle deze kosten evenals alle toekomstige onderhouds- en bemanningskosten, geheel door Belgiƫ gedragen.



De aanleg in een betrekkelijk korte tijd vergde veel van de werknemers maar er werd een schilderachtig geheel verkregen. Een 25 km lang kanaal met zes sluizen en meer dan 20 hef- en draaibruggen met bijbehorende wachtershuisjes. De aanleg omvatte ook jaagpaden aan weerszijden van het kanaal die werden omzoomd door meer dan 7000 olmen.
Het kanaal vormde een schilderachtig gebied met zijn vlakke lommerrijke jaagpaden en was uitermate geschikt voor flaneer-, wandel- en later fietstochten. In en bij de aanliggende boerderijen en wachterswoningen ontstond hierdoor een florerende horeca.
Het kanaal was al snel te klein voor het toenemende vervoer en de steeds grotere boten met meer laadvermogen en meer diepgang. Dit laatste werd mogelijk gemaakt door de toenemende motorisering van de schepen waardoor de schipper niet meer afhankelijk was van man- of paardenkracht. Daarnaast liep de verbinding tussen het Belgische industriegebied en de Belgische zeehaven over Nederlands gebied hetgeen zeker tijdens de Eerste Wereldoorlog nogal problemen opleverde.
Uitbreiding van het kanaal en een directe verbinding, volledig over Belgisch gebied, was de oplossing en werd tussen 1930 en 1939 gerealiseerd. Het Belgische deel kwam toen op de bodem van het nieuwe Albertkanaal terecht.
Het Nederlandse deel van het kanaal raakte in onbruik en verloederde langzaam.
In de jaren zestig van vorige eeuw werd dempen gezien als de enige oplossing.
In enkele jaren tijd verdween het kanaal uit het stadsbeeld van Maastricht en ging roemloos ten onder. Langzaam vervaagde ook de herinneringen eraan.

Dit fotoboek is bedoeld om de herinneringen aan dit, eens zo fel begeerde, kanaal op te frissen en voor de toekomst vast te leggen.

Het zou mooi zijn als er middelen worden gevonden voor b.v. bordjes bij de overgebleven wachterswoningen of een bescheiden monumentje bij een van de bolders.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Uw vraag of opmerking.

Maastricht in 1923.